woensdag 1 januari 2014

1. Sint Pietersberg - Maastricht

De wegwijzer op de Sint-Pietersberg staat op 85 meter krijtlagen, lang geleden gedurende miljoenen jaren gevormd door schelpen en schaaldieren in een tropische zee. We wandelen door een natuurgebied de berg af, het platteland lonkt. Het kalksteen van de berg zorgde ooit voor een bijzondere natuur met kalkgraslanden en grasheiden. De winning van kalksteen (mergel), eerst door de Romeinen als bouwmateriaal, nu voor cement door de ENCI, staat op gespannen voet met het natuurbeheer. Net als de akkerbouw op de heuvel.

Maar herstel is gaande en de Eerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI), die in Duitse handen is, zal hier vermoedelijk ook de laatste zijn. Men had al besloten over een aantal jaren te vertrekken, maar de opleving van de cementprijzen heeft ze doen twijfelen. Ter herinnering is er al een ENCI- bos; het gangenstelsel in de berg bevat een omvangrijke vleermuiskolonie.
Aan de rechterkant van het Pieterpad ligt de mergelgroeve. Ik vind het passend dat deze wandeling begint bij de Nederlandse mijnbouw, die samen met de landbouw en de visserij de 'primaire sector' van de economie vormt. De industrie is de secundaire, de dienstverlening de derde van het rijtje.
Naast een beetje zout in Boekelo, de olie in Schoonebeek en het in de jaren zestig ontdekte aardgas in Slochteren kennen we in Nederland geen mijnbouwtraditie. En dus ook geen zware industrie. Voorzover er al industrialisatie in Nederlands was, vond die in de Zuidelijke Nederlanden (nu: Belgie) en Limburg plaats. Het ontbreken van industrie is typerend voor een delta van grote rivieren. Bij een delta horen handel, transport en landbouw op vruchtbare grond. Vreemd genoeg wordt dit tot op het hoogste bestuursniveau regelmatig vergeten. Bij innovatie denken we liever aan gloeilampen, chips en vliegtuigen dan aan kaas, chips en tomaat.

We dalen verder af naar het platteland, na een kilometer komt het voormalige fort Sint- Pieter in zicht. In de jaren dertig gerestaureerd en voorzien van een nieuwe bestemming als restaurant. Daarachter doemt de stad op: Maastricht. Sinds enkele jaren woont wereldwijd meer dan de helft van de bevolking in de stad. Wie wil begrijpen wat er op het platteland gebeurt, moet dan ook eerst de stad in. Want daar wonen de burger en de consument. En die bepalen wat er in stad en ommelanden verandert.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten